Aanvulling Van Gink-collectie 2 door: Ad Boks
Het ontstaan en beheer van de Van Gink-collectie in de afgelopen decennia
wordt verdient volgens Ad Boks aanvulling.
In nummer twee van de 32e jaargang van Zeldzaam Huisdier, mei 2007, wordt door René Zanderink aandacht besteed aan de Van Ginkcollectie, die Van Gink in de oorlogsjaren heeft geschilderd. Alleen de veronderstelling dat er een relatie bestaat tussen de SZH en het eigendom c.q. het beheer van deze collectie is niet juist.
Ook zijn veronderstelling dat de complete collectie voor de eerste keer in Barneveld is tentoongesteld, is niet juist.
Reeds in de zeventiger jaren van de vorige eeuw is de complete collectie te zien geweest bij het filiaal van de Amrobank in Beekbergen. Daarnaast is bij het 75-jarig bestaan van Spelderholt (1996) de collectie ook nog eens in zijn geheel tentoongesteld. Beide keren heb ik met veel belangstelling de aquarellen bekeken.
Het fonds pluimveebelangen heeft Van Gink in de oorlogstijd, 1943 en 1944, in de gelegenheid gesteld een collectie aquarellen van de hoenderrassen in Nederland te maken. Een gedeelte van deze collectie is terug te vinden in het boek van Ginks’s Poultry Paintings, uitgegeven in het kader van het World Poultry Congress in Amsterdam 1992.
Wulfften Palthe is de auteur van dit boek en Piet Simons heeft de introductie geschreven. Met andere woorden het Fonds Pluimveebelangen is vanaf het begin eigenaar van de collectie geweest. Omdat het secretariaat van het fonds in Beekbergen was ondergebracht, werd de collectie ook van daaruit beheerd. Het fonds heeft aan een paar mensen die zeer verdienstelijk waren voor de pluimveehouderij een originele Van Gink geschonken.
Geen wonder dat die nu niet meer in de collectie zitten. Ook blijkt volgens informatie van Toon Goossens, secretaris van de NHDB, dat de NHDB twee aquarellen, namelijk van de Barnevelder en de Welsumer, in beheer c.q. eigendom heeft.
In 1993, toen het oorspronkelijke deel van het pluimveeonderzoek naar Lelystad verhuisde, verhuisde het secretariaat van het fonds mee en werd de collectie ondergebracht in de kluis van de ABN te Lelystad.
Het beheer werd uitgevoerd door het toenmalige hoofd financiële zaken van
ID-DLO. In overleg met de bibliothecaris en een van de medewerkers van het voormalige Spelderholt, gevraagd vanwege haar brede historische pluimveekennis en niet uit hoofde van haar functie in het DB van de SZH, is onderzocht hoe met de collectie om te gaan. Conclusie was dat het geheel eigenlijk naar een museum zou moeten en dat is ook aan het bestuur van het fonds geadviseerd.
Begin 2000 is het secretariaat van het fonds overgegaan naar PPE. Dat was een mooi moment om de balans op te maken en tot de conclusie te komen dat het zonde is zo’n mooie collectie aquarellen in een kluis op te slaan. Het pluimveemuseum had in 2002 de structuur en organisatie om zo’n collectie te kunnen beheren, de collectie is daarom in bruikleen gegeven aan het pluimveemuseum.
De SZH heeft nooit iets met de collectie gehad, behalve dat reproducties ervan om niet mochten worden gebruikt.
Aanvulling Van Gink – Collectie – 3
René Zanderink heeft op 11 mei jl. nogmaals een bezoek gebracht aan het pluimveemuseum en samen met de heren G. J. Arissen (stichting fonds pluimveebelangen) en C. Floorijp (Pluimveemuseum Barneveld) alle nog aanwezige 90 aquarellen van de collectie Van Gink gecontroleerd. Hieruit bleek dat nummers 68 en 70 zich wel in de collectie bevinden, maar dat beide aquarellen van de kampongkippen (nummers 62 en 63) daaraan ontbreken.
Vermoedelijk zijn deze twee aquarellen door het pluimveefonds geschonken aan derden. Hiermee
is de collectie Van Gink volledig getraceerd en zijn historie beschreven. Alle reden voor
onze lezers deze prachtige aquarellen te gaan bewonderen in het Pluimveemuseum in Barneveld.
Bron : Artikel uit het tijdschrift Zeldzaam Huisdier pagina 13