1

De Onderduikcollectie van Cornelis van Gink

Texelse landschappen en Hollandse kippen in de ONDERDUIKCOLLECTIE van Cornelis van Gink

Autheur Tekst: Wilma Eelman

Asterix en Obelix waren de uitvinders van het paalwerpen, zo dacht ik als kind, na m’n eerste kennismaking met hun stripboeken omstreeks 1964. Toen onze jonge Brahma kippen nog te klein waren om vrij in de tuin te lopen, deden ze in hun ren regelmatig een vergelijkbaar spelletje met pollen gras en vogelmuur.
Maar meestal gedroegen ze zich heel statig; dan zouden ze zo kunnen poseren voor Cornelis van Gink.

Van tekeningen naar losse plaatjes

Cornelis S.Th. van Gink (1890-1968) volgde een tekenopleiding in Amsterdam en vertrok vervolgens naar de Verenigde Staten. In Chicago volgde hij lessen bij de bekende Amerikaanse pluimveeschilder Arthur O. Schilling. Terug in Nederland werkte hij bij de Orion filmfabriek, een concurrent van Polygoon, uiteindelijk als directeur.

Al vanaf zijn kinderjaren lag zijn hart bij duiven en kippen. In 1900 verscheen de eerste standaard van de Vereeniging tot Veredeling van Nederlandsche Hoenderrassen. Die standaard diende als richtlijn om de toenmalige erkende Nederlandse rassen volgens vastgestelde raskenmerken te fokken en in stand te houden.

Voor de 2e druk daarvan, in 1906, werd aan de jeugdige weledelachtbare heer Van Gink verzocht tekeningen te maken en van deze tekeningen werden losse plaatjes vervaardigd die het publiek kon kopen.

Van Gink was onder andere pluimveeteeltconsulent en keurmeester, hoofdredacteur van Avicultura en De Kleinveewereld en hij schreef en illustreerde boeken over kippen en duiven.
In 1921 organiseerde hij het eerste Wereld Pluimvee Congres in Den Haag.

In zijn tijd was Van Gink een autoriteit: hij werd als de grootste kenner van Nederlandse hoenders beschouwd en zijn honderden pentekeningen en aquarellen van historische Nederlandse kippenrassen zijn nog steeds indrukwekkend in hun zorgvuldige gedetailleerdheid, trefzekerheid en artistieke kwaliteit.
Drie maal In de Tweede Wereldoorlog moest hij onderduiken, onder andere omdat hij persoonsbewijzen vervalste.

In die periode, in 1943-1944, vervaardigde hij op verzoek van het Fonds voor Pluimveebelangen een honderdtal aquarellen van Oudhollandse kippenrassen. Veel van die hoenders werden door Van Gink geschilderd tegen een achtergrond van traditionele boerderijen en landschappen, vaak typerend voor het gebied waar dat ras in de 19e en het begin van de 20e eeuw gehouden werd.

Deze aquarellen, in het spraakgebruik de Collectie Van Gink genoemd, werden ondergebracht bij het Instituut voor Pluimvee-onderzoek Het Spelderholt in Beekbergen en vanaf 2002 in bruikleen afgestaan aan het Pluimveemuseum in Barneveld.

De collectie is tot nu toe slechts drie maal in zijn geheel te zien geweest: eenmalig in Beekbergen in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, in 1996 ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van Spelderholt en voor de derde keer in 2005 in het Veluws Museum Nairac en het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld tijdens de prachtige dubbeltentoonstelling Pronken met eigen veren. Momenteel is in het Pluimveemuseum een jaarlijks wisselende selectie uit deze bijzondere en mooie collectie te bewonderen.

Bijna tien jaar geleden verscheen in de Poultry Paintings een selectie uit de pentekeningen en aquarellen van Oudhollandse kippenrassen van Van Gink. De Poultry Paintings werd samengesteld door A.W. van Wulfften Palthe, ter gelegenheid van het 19e Wereld Pluimvee Congres in Amsterdam in 1992.

Op één van de afbeeldingen in dat boek staat een koppel geel witgezoomde Baardkuifhoenders voor een Texelse stolpboerderij, een onherkenbare boer met driewielde kar en twee klampen hooi. Die afbeelding deed me aan een ander plaatje denken. Daar wilde ik meer van weten.

Fantasie?

Ik vroeg me af of Van Gink zich voor zijn achtergronden liet inspireren door bestaande afbeeldingen. Als onderduiker was hij immers niet vrij om te reizen. Ook voor en na de oorlog zou het wel bijzonder veel tijd gekost hebben, als hij zich ten behoeve van achtergrondmateriaal voor zijn vele Geel witgezoomde Baardkuifhoenders, aquarel door C.S.Th. van Gink (coll. Nederlands Pluimveemuseum)

BW-nr-12-2011-CS2.indd 34 17-11-2011 13:36:02

35 tekeningen en aquarellen op locatie wilde oriënteren; gezien zijn grote productie en drukke bestaan leek me dat niet voor de hand liggend. De heer Van Wulfften Palthe mailde me in augustus 2011 over de hem bekende werkwijze van Van Gink: Was hij er aan toe om bij een koppel hoenders een achtergrond te schilderen, dan kon hem iets te binnen schieten vanuit de courant, een boek, of van een fokkersbezoek ergens, of van een oude foto, maar in zeer veel gevallen was het fantasie.

Ten aanzien van de door Van Gink voor de Standaard der Nederlandsche Hoenderrassen vervaardigde aquarellen is dat mogelijk correct.
Maar we zullen zien dat het, -in ieder geval bij de mij bekende afbeeldingen met Texelse en Friese achtergrond-, toch anders ligt.

Om te beginnen beperkte ik me tot Texel. Enig speurwerk leverde al snel een aquarel op die duidelijke verwantschap vertoonde met het decor achter de geel witgezoomde Baardkuifhoenders.
Van Gink gebruikte als basis een aquarel van L.W.R. Wenckebach uit het Verkade-album Texel van Jac. P. Thijsse uit 1927.


Geel witgezoomde Baardkuifhoenders, aquarel door C.S.Th. van Gink (coll. Nederlands
Pluimveemuseum)

Met enige artistieke vrijheid breidde Van Gink rechts op zijn aquarel de boerderij van Wenckebach een stukje uit. Op de achtergrond scharrelen nog steeds de kippen van Wenckebach.
Texelsch boerenerf met de driewielde kar en boerderij, aquarel van L.W.R. Wenckebach Aquarel van Bernard van Vlijmen, in Zwerftochten door ons land, Noord-Holland, tekst van Jan Feith en uitgegeven in 1933.

In 1933 verscheen Zwerftochten door ons Land, NoordHolland. Een album met teksten van Jan Feith en illustraties door Bernard van Vlijmen, uitgegeven door Hille’s Beschuitfabriek. Eén plaatje daaruit, zo’n Verkade-albumachtig plaatje, leek erg op een afbeelding met kippen die ik eerder zag, maar waar?

In september 2011 werd dat raadsel opgelost toen ik in het Nederlands Pluimveemuseum ontdekte dat ook deze aquarel deel uitmaakt van de collectie Van Gink, door mij inmiddels heel onparlementair de Onderduikcollectie gedoopt. Ten opzichte van het origineel van Van Vlijmen bracht Van Gink ook hier kleine veranderingen aan. Kijk en vergelijk!

Overeenkomsten

Vergelijking van de Poultry Paintings met het Verkade-album Friesland door Jac. P. Thijsse leverde nog twee frappante overeenkomsten op. Voor het Fries hoen, ofwel de Friese zilverllakense pellen gebruikte Van Gink een afbeelding van de oostzijde van Hallumerhoek (plaatje no. 55 door Edzard Koning in Verkade-album Friesland); nabij Hallumerhoek stond in de Middeleeuwen het voor Friesland zeer belangrijke Norbertijnerklooster Marëngaarde.

En de Gielwyt-weiten ofwel Geel witpel Friese hoenders plaatste Van Gink in het plaatje van de uit de 5e eeuw voor Christus daterende, beroemde terp van Hegebeintum, door Edzard Koning getekend op plaatje nummer 51 van datzelfde Verkade-album.

Friese kippen in een Fries decor.

Daarmee beëindigde ik m’n korte speurtocht naar overeenkomsten tussen enkele afbeeldingen in de Poultry Paintings , de collectie van het Nederlands Pluimveemuseum en drie albums van Verkade en Hille.

Voorbeelden van bekende kunstenaars Van Gink ging een stap verder dan het naar het ideaalbeeld, de toenmalige standaard, afbeelden van de diverse hoenders: hij plaatste ze in hun cultuurhistorische habitat. Uit zijn afbeeldingen met traditionele boerderijen en landschappen blijkt dat Van Gink die achtergronden met zorg koos. Daarbij werkte hij naar voorbeelden van bekende kunstenaars, die hij onder handbereik had.

Als basis gebruikte hij de ongekend populaire door Verkade en Hille uitgegeven albums, die bij een breed publiek de natuurbeleving en het cultuurhistorisch toerisme in eigen land stimuleerden. Illustraties en vormgeving van die albums werden verzorgd door gerenommeerde kunstenaars, zoals L.W.R. Wenckebach en Jan Voerman junior.

Texelsch hoen

Ik weet niet waarom Van Gink juist twee Texelse landschappen koos als achtergrond voor zijn Hollandse hoenders. Er bestonden wel contacten tussen Texelse en ‘overkantse’ pluimveehouders.
Zo vertegenwoordigde de Texelse notaris D.W. Coninck Westenberg in april 1907 de afdeling Texel op de jaarvergadering van de Vereeniging tot verbetering van de Pluimveehouderij in Nederland.
Bij die gelegenheid suggereerde Coninck Westenberg dat Leghorns mogelijk beter tegen het`Texelse klimaat bestand waren en daarom meer geschikt zijn voor kruising met het Texelsch hoen dan met Minorca’s.

Hoe dat toenmalige Texelsch hoen eruit zag, weten we helaas niet. Coninck Westenberg was behalve hoenderliefhebber ook pleitbezorger voor de commerciële pluimveehouderij op Texel.
Naast Coninck Westenberg waren er nog enkele liefhebbers van niet alledaagse hoenderrassen op Texel.

Maar mogelijk was Van Gink, net als vele andere Het Goudlaken Hollandsch hoen, aquarel door C.S.Th. van Gink met op de achtergrond van rechts naar links de Texelse boerderijen het Torenhuis en Zandbergen, een klamp hooi en de schapenboet van Zandbergen. (coll. Nationaal Pluimveemuseum)

Nederlanders alleen maar gecharmeerd van de plaatjes in de albums van Verkade en Hille en had hij geen bijzondere reden om juist die twee Texelse plaatjes van Wenckebach en Van Vlijmen als achtergrond voor zijn aquarellen te gebruiken.
Zo eindig ik toch met een vraag: Waarom koos Van Gink voor zijn Hollandsche hoenders Texelse achtergronden?

De heer Cees Floorijp, voorzitter van het Nederlands Pluimveemuseum in Barneveld bedank ik voor zijn hartelijke ontvangst en bereidwillige hulp.
De Stichting Fonds voor Pluimveebelangen werkte mee aan het tot stand komen van dit artikel door vriendelijk toestemming te verlenen tot publicatie van de Texelse afbeeldingen van Van Gink.

Literatuur


– Ad Boks, De Van Gink-collectie (2) in Avicultura augustus 2007
– Jan Feith, Zwerftochten door ons land, Noord-Holland, Zaandam 1933 (Hille’s Beschuitfabriek)
– Jac.P. Thijsse, Friesland, Zaandam 1918 (Verkade)
– Jac.P. Thijsse, Texel, Zaandam 1927(Verkade)
– A.W. van Wulfften Palthe, C.S.Th. van Gink’s Poultry Paintings, Beekbergen 1992
– R. Zanderink, De Van Gink-collectie, in Avicultura mei 2007
– Standaard der Nederlandsche Hoenderrassen 1906 – 1910, herdruk 2010
– Texelsche Courant 25 april 1907

Bron : edepot.wur.nl ‘Kleindier Magazine

Lees hier het verhaal in PDF